In de studentenresidentie van Keizersberg, en zeker op de derde verdieping van de westvleugel, leven mensen van over de hele wereld. Van Australië over Afghanistan tot El Salvador aan de andere kant van de wereldbol: van al die streken vind je mensen op W3. In deze en volgende nieuwsbrieven laten we enkelen van hen aan het woord. Wat brengt hen hier? Wat doen ze hier en waarom doen ze wat ze doen? En hoe ervaren zij het leven in Vlaanderen én op Keizersberg?
De eersten waarmee ik op een zonnige ochtend in de zomer afspreek, zijn Obaidullah en Abasin, twee jongeren die op Keizersberg wonen in het kader van het Hejmo Plus-project van SOS Kinderdorpen. ‘Ik ben ongeveer drie jaar geleden in België aangekomen’, steekt Abasin van wal. ‘Ik verbleef eerst in een centrum in Dilbeek waar ik Nederlands leerde. Ik vind Nederlands niet zo moeilijk. Ik ken een klein beetje Engels en Nederlands heeft daar wel wat van. Daarnaast spreek ik Dari en Pasjtoe, de twee dominante talen van Afghanistan. Want ik kom dus uit Afghanistan en ben een aantal jaar geleden mijn land van herkomst ontvlucht. Ik zit momenteel op school in Sint-Pieters-Woluwe waar ik een opleiding ‘house-keeping’ volg. Ik word opgeleid als hotelmedewerker. Het ontbijt klaarmaken en -zetten, kamers opruimen en schoonmaken, tafels dekken, … dat zijn de taken die een hotelmedewerker moet uitvoeren. Ik heb al stage gelopen en dat bevalt me wel. Op het moment werk ik als stagiair in het Sint-Martins-kloosterhotel in Leuven, een hele chique omgeving, dat kan ik je wel verzekeren.’
‘Ik ben een eerder zorgende persoon’, gaat Abasin verder. ‘De opleiding die ik nu volg, past dus wel bij mij. Ik heb ook nog eventjes iets in de richting van mechanica en auto’s geprobeerd maar dat was echt niet mijn ding. Ik droom ervan om na deze opleiding verder te studeren en om uiteindelijk als verpleger in de zorg voor kinderen of voor oude mensen terecht te komen.’
‘Ik woon sedert februari in Keizersberg’, vertelt Obaidullah. ‘Ik kwam hier vrij toevallig terecht. Ik woonde in een asielcentrum in Sint-Truiden en hoorde per toeval via vrienden van een sociaal huis in Leuven. Dat bleek een huis van SOS Kinderdorpen te zijn. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek en heel snel daarna al kon ik hier in Keizersberg terecht. Het is hier goed, maar tegelijk mis ik Limburg. Daar zijn mijn vrienden; de mensen zijn er ook heel vriendelijk; daar voel ik me thuis.’
‘Ik volg een opleiding als winkelmedewerker in een school in Sint-Truiden’, gaat Obaidullah verder. ‘Ik werk gedurende enkele dagen per week en in het weekend in de Primark in Hasselt. Voorlopig ga ik nog naar school, maar mogelijkerwijs begin ik binnenkort gewoon te werken. Ik voel me immers heel verantwoordelijk voor mijn familie in Afghanistan. Ik wil dat zij ook een goed leven hebben en wil zoveel mogelijk geld naar hen kunnen opsturen. Want ook ik ben mijn land ontvlucht’, zegt Obaidullah. ‘Toen ik twaalf was, moest ik van de Taliban naar een madrassa, een koranschool waar ik de facto zou opgeleid worden tot strijder. Noch ik, noch mijn ouders wilden dat. Om mijn leven te redden ben ik vertrokken, als jonge jongen van twaalf. Ik heb een helse tocht via diverse landen gemaakt, van Iran, naar Turkije en Griekenland. Via de Balkan-route kwam ik in Hongarije, Polen, Slowakije terecht, waar ik een aantal dagen in de gevangenis zat. Uiteindelijk heeft iemand mij wat geld gegeven zodat ik een trein kon nemen naar Oostenrijk, en zo ben ik via Zwitserland en Frankrijk in België aangekomen. Hier werd ik opgevangen in het asielcentrum van Sint-Truiden en heb ik via een OKAN-klas en cursussen in het volwassenonderwijs Nederlands geleerd.’
‘Ik woon graag in België’, zegt Obaidullah. ‘Ik kom hier met fijne mensen in contact en ik vind de natuur hier heel mooi. Alles is zo proper ook. Maar het moeilijkste in België is het weer. In Afghanistan is het simpel: in de winter is het koud, in de zomer is het warm. Maar hier heb je alles op één dag. ’s Morgens is het goed weer en vertrek ik in een T-shirt naar mijn werk in Sint-Truiden, maar tegen dat ik daar aan kom, regent het pijpenstelen en is het koud.’
‘Wat ik graag doe, is koken’, sluit Obaidullah af. ‘Afghaanse gerechten zoals bijvoorbeeld bolani maak ik heel graag klaar’ – en ik krijg meteen het recept mee: bereid van deeg een plat brood; kook aardappelen en bak wat uien aan in olie. Maak daar samen met wat kruiden een soort slaatje van. Doe die aardappelsla in het deeg, vouw het dicht als een soort pannenkoek en bak die in olie. Eet op met een pikant sausje en yoghurt. ‘Als je het zelf eens wil proberen, in de Altaj-supermarkt vind je alles’, lacht Obaidullah. 😊
Post-scriptum: we zijn ondertussen enkele maanden later. Obaidullah kreeg enkele dagen geleden goed nieuws: zijn asielaanvraag werd geaccepteerd en hij mag nu legaal in België blijven. ‘Ik ben heel blij!’, zegt Obaidullah. Wachten is zo moeilijk, vertelde hij me in augustus nog. Die tijd van wachten is voor hem voorbij.
Foto: Obaidullah